Plan je bezoek

Museumdeur op een kier, 30 mei: Henk Vonk

Museumdocent Henk Vonk vertelt over de klok van de Catharijnekerk en zijn passie voor klokken

Vandaag ga ik een stukje terug in mijn eigen geschiedenis. Op 12-jarige leeftijd ging ik in de zomerweekenden vaak met familie of vrienden fietsen van Rotterdam naar Voorne. Fietsen en kamperen was mijn hobby, naast de opleiding die ik volgde als klokkenmaker aan de Christiaan Huygensschool in Rotterdam. Wij waren daar de eerste aankomende klokkenmakers in Rotterdam. De school was als noodschool gebouwd in het platgebombardeerde centrum, de Hoofdsteeg, een zijstraat van de Hoogstraat. Oud-Rotterdammers, waarvan er velen in Brielle wonen, zullen dat nog wel weten.

Waarom dit verhaaltje? Wel, als we in het weekend naar b.v. Oostvoorne fietsten, om bij de Tenellaplas te gaan kamperen, dan was vanuit Zwartewaal de Catharijnekerk al duidelijk te zien. En, naderden we Brielle, dan zagen wij direct al aan de torenklok of wij hadden doorgefietst of niet.

Klokken interesseerden mij zeer sterk. Ik zal u dan ook in grote sprongen door de klokkengeschiedenis heen loodsen. In de oudheid maakte men gebruik van zonnewijzers, kaarsklokken en waterklokken. Het leger van de Prins van Oranje maakte gebruik van de waterklok. Deze klok was eenvoudig te maken. Aan de ene kant van de rol hing een ton met water gevuld, en die in evenwicht werd gehouden door een reeks van kleine gewichten die de grond raakten. Als men nu het water langzaam uit de ton liet stromen, dan werd het natuurlijk lichter waardoor het gewicht aan de andere kant van de rol de ton optilde en er weer evenwicht was. Een wijzer gaf nu de tijd aan. De trompetter van het leger hield het geheel goed in de gaten en gaf signalen uit. Men kon vrij goed op de hele uren afgerond de tijd weergeven.

Een waterklok

Ten tijde van de mechanisatie waarbij ook de klok tot ontwikkeling kwam, gebruikte men gewichten, veren, tandwielen, raderen met ronsels en echappementen, om de wijzers te laten draaien en zodoende de tijd weer te geven. Christiaan Huygens met zijn ontdekking van het slingeruurwerk en ankergang was een van de ontwikkelaars en uitvinder van het geheel.

Op onderstaande foto’s ziet u achtereenvolgens de Brielse torenklok, met de klokkenstoel waar het uurwerk op staat, een schoorsteen pendule met gongslag en een zeer klein polsuurwerkje.

De klok van de Catharijnekerk had verschillende functies:
a. Als oproep tot gebed in de kerk. De bellen riepen als het ware de kerkgangers om te komen bidden (‘komman, komman, komman, enz.’)
b. De tijd kon door een ieder worden bijgehouden. gemakkelijk voor veel boeren en burgers, die zelf geen klok thuis hadden.
c. In tijden van nood werd iedereen gewaarschuwd.

De Catharijnekerk heeft een carillon (meerdere bellen) waarvan de oudste klok dateert uit de 15de eeuw. Het carillon wordt door de beiaardier bespeeld.

Zo, dit was het weer voor deze keer. Ik hoop dat ik u wat interesse voor klokken heb bijgebracht. Zijn er vragen? U kunt mij altijd wel ergens vinden, in of buiten het museum (na coronatijd).

Ga naar de inhoud